Noorse baanschaatsen

Noorwegen is de bakermat van de geheel metalen hardrijdersschaats met vaste schoen. Bij de eerste internationale schaatswedstrijden, op 22 januari 1882 in Wenen, reed iedereen nog op schaatsen met houten voetstapels. Maar op 26 februari 1885 reed de Noor Axel Paulsen in Oslo voor het eerst op wat in Nederland 'stalen noren' zouden gaan heten. In de winter van 1886/7 reden al meer wedstrijdrijders op dit soort schaatsen. Jaap Eden had ze onder toen hij in 1893 de eerste maal wereldkampioen werd. Op de afbeeldingen hieronder staat links een tekening van het door Paulsen ontwikkelde model en rechts een tekening van het model dat door zijn landgenoot Harald Hagen werd gebruikt. Bij beide modellen staat het schaatsijzer ongeveer 1 cm naar binnen ten opzichte van de middellijn van de schoen.

schaats van paulsen

Technische gegevens: totale lengte: 37,5 cm; hoogte vooraan boven ijs: 6,5 cm; voetstapel: 29 cm lang; schaatsijzer: 2 mm dik; gewicht: 530 g.

schaats van hagen

Technische gegevens: totale lengte: 44,5 cm; hoogte vooraan boven ijs: 5,5 cm; voetstapel: 29 cm lang x 9 cm breed; schaatsijzer: 1,5 mm dik; gewicht: 350 g.

Opmerkelijk is dat beide schaatsers anders dachten over de stand op de schaatsen. Hagen stond (net als op de Engelse baanschaatsen) iets voorover, terwijl Paulsen eerder achterover stond, tenzij hij 'hoge' hakken droeg. In dezelfde tijd werden er ook in de Verenigde Staten geheel metalen schaatsen ontwikkeld. In hoeverre de ontwerpers bij elkaar hebben (af)gekeken is niet bekend. Hieronder een afbeelding van schaatsen die verder zijn ontwikkeld op basis van het Hagen-model.

vroege noorse schaatsen

Uit een beschrijving van deze schaatsen door Van Buttingha Wichers (Schaatsenrijden, 1888) blijkt dat de verschillen tussen het 19e-eeuwse ontwerp en de tegenwoordige uitvoeringen gering zijn. Hij somt de volgende eigenschappen op:

Uit het merk blijkt dat deze schaatsen werden gemaakt bij L.H. Hagen & Co., Oslo. De firma Hagen was van oorsprong een (vuur-)wapenfabrikant, zoals ook uit het bedrijfslogo (details 3 en 4) blijkt. Wetenswaardig is dat dit bedrijf ook de ski's maakte, die door Scott werden gebruikt voor zijn Zuidpoolavontuur. Onduidelijk is of er sprake was van een familierelatie, maar dat lijkt wel aannemelijk.

Fabricaat: L.H. Hagen &; Co., Oslo (N), circa 1900.
Merk: zie detail 4.
Technische gegevens: totale lengte: 44 cm; hoogte boven ijs: 6,5 cm achter, 5 cm voor; voetstapel: 29 cm lang, 9 cm breed; schaatsijzer: 1,5 mm dik, gewicht: 400 g inclusief schoen.



Deze schaatsen worden ondergebonden met behulp van riemen. Ze zijn echter van een ander fabrikaat. Dit lijkt erop te wijzen dat een dergelijke uitvoering geruime tijd in de handel is geweest. Detail 5 laat zien hoe de hak werd geborgd: met een flinke hakpen en twee opstaande randen; onder het plateau is nog juist de sleuf te zien waardoor een enkelriem werd gevoerd.

Fabricaat: Christiania Staal & Jernvarefabrik A/S, Moss (N), circa 1920.
Merk: Ving (detail 6).
Technische gegevens: totale lengte: 41 cm; hoogte boven ijs: 5,5 cm; voetstapel: 29 cm lang x 9 cm breed; schaatsijzer: 1,5 mm dik; gewicht: 400 g.


Dit model was in het midden van de 20e eeuw min of meer de standaardschaats voor wedstrijdrijders. De geheel metalen schaats heeft een aangeklonken schoen (detail 7). Het model dankte zijn naam aan de Noorse hardrijder Ivar Ballangrud die in de periode 1920/1940 furore maakte.

Fabricaat: Christiania Staal & Jernvarefabrik A/S, Moss (N), circa 1960.
Merk: Ving (detail 7), model Racer Balangrud (detail 8).
Technische gegevens: totale lengte: 41 cm, hoogte boven ijs: 6 cm; voetstapel: 26 cm lang, 7,5 cm breed; schaatsijzers: 11,5 mm hoog, 1,6 mm dik; gewicht: inclusief schoen 600 g.


Klik voor informatie over 'stalen noren' van Nederlands fabrikaat op de knop 'Noorse model' onder het kopje Nederland.