Rond 1880 vestigde de Ouderkerker Jan Bezemer zich na wat omzwervingen als smid in Stolwijk. Hij moet schaatsen in kleine series hebben gemaakt, omdat elders in het land met zijn schaatsen door wederverkopers werd geadverteerd. Ze werden wel aangeprezen als 'Stolwijkse schaatsen van het Friese model'.
De door hem gemaakte schaatsen hebben inderdaad trekken van het traditionele Friese model. De schaatsijzers lopen net als bij het Gewone Friese model aan de achterkant niet door en rijzen aan de voorkant lang niet zo snel op als bij het Ouderkerkse en het Waddinxveense model. Maar ze hebben een kortere hals dan de Friese en de kop is veel eleganter uitgevoerd.
Fabricaat: J.W. Bezemer, Stolwijk.
Merk: zie detail 1; detail 2 toont het slagstempel
waarmee de smid het merk in het nog warme schaatsijzer sloeg.
Technische gegevens: totale lengte: 36 cm; hoogte
boven ijs: 3,4 cm; voetstapel: 28 cm lang x 5 cm breed; schaatsijzer:
17 mm hoog, 3 mm dik; gewicht: 255 g.
Deze schaatsen werden gemaakt in Moordrecht, door Piet Schakel, de oudste zoon van Cornelis Schakel, die een smederij had in Benschop. Hij hoorde tot een grote smedenfamilie uit de Utrechtse Lopikerwaard. Zijn vader was jong overleden en Piet leerde het vak daarom als knecht. Maar niet bij de eerste de beste, namelijk bij Maarten de Rooij, de befaamde Waddinxveense meestersmid. Het verhaal gaat dat hij zijn meester in bekwaamheid overtrof. Hoe dan ook, Piet Schakel begon in 1913 voor zichzelf in Moordrecht. Zijn schaatsen lijken een kruising tussen schaatsen van het Stolwijkse en het Waddinxveense model.
Fabricaat: P. Schakel, Moordrecht.
Merk: Fa. Schakel, Moordrecht; zie detail 3.
Technische gegevens: totale lengte: 36 cm; hoogte
boven ijs: 4 cm; voetstapel: 28 cm lang x 4,5 cm breed; schaatsijzer:20
mm hoog, 2 mm dik; gewicht: 265 g.